Elk nadeel heeft zijn voordeel. Door corona is de tentoonstelling ‘X, Censuur en Beeldcultuur’ in het Nationaal Museum van de Speelkaart verlengd tot 30 januari. De expo zoomt in op de wereld van de speelkaart én de strips, en toont hoe beide media onderhavig geweest zijn aan censuur in al haar vormen. Curator Piet Van Hecke: “De tentoonstelling vertelt geen afgesloten verhaal en laat ruimte voor debat.”
‘X, Censuur en Beeldcultuur’ is een tentoonstelling zoals geen andere. Curator Piet Van Hecke wil met de expo liever vragen oproepen dan antwoorden geven, zegt hij. We vreesden meteen het ergste, maar voor Ekspres maakt Piet een uitzondering en antwoordt hij wél op onze vragen.
Hoe is men bij jou terechtgekomen als curator?
Ik werk in het M HKA in Antwerpen en sta er in voor de publiekswerking. Dat heeft zeker een rol gespeeld. Het speelkaartenmuseum wilde vooral een tentoonstelling die vertrekt vanuit het publiek en die een dialoog op gang probeert te brengen.
Hoe heb je de tentoonstelling opgevat?
Ik wilde er vooral geen klassieke expo van maken. Met wat het Speelkaartenmuseum en Strip Turnhout aan materiaal en connecties hebben, zou het perfect mogelijk geweest zijn om een overzicht te geven van censuur door de eeuwen heen. Maar dat was niet de bedoeling. Ik breng geen afgerond verhaal, integendeel juist. Ik toon aan dat lang niet alles zwart-wit is. Voor elk object dat getoond wordt, is er een object of een verhaal dat het tegendeel beweert. De expo moet meer vragen oproepen dan antwoorden geven.
“Ik ben een groot voorstander van twijfel. Twijfel is óók een mening. Een heel sterke, zelfs.”
Wat versta je precies onder censuur?
Wel, dat is zo’n vraag waarop veel antwoorden mogelijk zijn. Er bestaan veel vormen van cultuur, en met veel verschillende bedoelingen. Het meest bekend is allicht de censuur omwille van religieuze, racistische of politieke redenen. Maar het kan ook veel subtieler. Denk maar aan de censuur om economische redenen.
Zoals, bijvoorbeeld?
We hoeven het niet ver te zoeken. Het idyllische beeld van ‘de stille Kempen’ dat men decennialang opgehangen heeft – en nog altijd – focust maar op één enkel aspect van de regio. Dat betekent automatisch dat je ervoor kiest om bepaalde beelden te gebruiken en andere niet. Als dat geen censuur is, is het toch minstens beeldmanipulatie. Met een heel specifiek doel: om toeristen te lokken.
Censuur is van alle tijden. Maar wat er gecensureerd wordt, verschuift.
Wordt er nu meer gecensureerd dan vroeger?
Op sommige vlakken wel, op andere net niet. 50 jaar geleden mocht je de Kerk of de paus niet aanvallen. Daar kijkt nu niemand nog van op. Ook op vlak van erotiek zijn we toleranter. Maar aan de andere kant zijn we veel gevoeliger geworden voor racisme – denk maar aan de pietendiscussie –
en worden in de media kinderen veel meer en beter beschermd dan vroeger. Censuur is van alle tijden, en altijd aanwezig. Alleen wát er gecensureerd wordt, verschuift.
Dat is ook de boodschap van de tentoonstelling: censuur is geen ‘afgerond verhaal’ waarop je kan terugblikken. Het is altijd in beweging.
Juist. Daarom hebben we ook striptekenaars, filosofen en kunstenaars uitgenodigd om de dialoog aan te gaan en te reflecteren op het begrip censuur. We tonen werken van Jan Bucquoy, Jef Geys, Marc Sleen, Liliane Vertessen en vele anderen.
Dingen zijn maar zelden zo simpel als ze lijken. Vrije meningsuiting en censuur zijn niet altijd mekaars tegengestelden; soms gaan ze hand in hand. Een verhaal, ook het verhaal over censuur, is maar zelden zwart of wit. Er is veel nuance, veel twijfel. Daar houd ik van. Ik ben een groot voorstander van twijfel. Twijfel is óók een mening. Een heel sterke, zelfs.
Het publiek krijgt letterlijk een speciale plaats in de expo.
Het is moeilijk om enerzijds een dialoog over censuur te willen voeden en anderzijds werken aan een muur te hangen, zoals in een klassieke tentoonstelling. Dat geeft die werken immers de status van ‘definitief’ te zijn. Daarom heeft het publiek inspraak en is er ruimte voor interactie. Bezoekers hebben hun inbreng en kunnen de expo aanpassen.
Dank je voor het gesprek. Wil je de tekst nog nalezen voor hij verschijnt?
Neen. Schrijf maar en publiceer het. Ik ga niet censureren (lacht).
X, Censuur en Beeldcultuur
Nationaal Museum van de Speelkaart
Druivenstraat 18 in 2300 Turnhout, 014 41 56 21 (reserveren verplicht)
Inkom: 5 euro (reductie 3 euro, UiTpas 1 euro)
Openingsuren
• Dinsdag tot vrijdag: 10 tot 17 uur
• Zaterdag en zondag: 11 tot 17 uur
Je bezoek reserveren kan, maar is niet verplicht. Het dragen van een mondmasker (vanaf 6 jaar) is dat wel. Een Covid Safe Ticket is verplicht als je het museumcafé bezoekt. Coronaregels kunnen wijzigen. Op www.speelkaartenmuseum.turnhout.be vind je altijd de laatste info.
Foto’s: Bart Van der Moeren