‘Dromen, denken, durven, doen en doorzetten.’ Die vijf woorden, het mag geen toeval heten dat het werkwoorden zijn, koos ondernemer Vic Swerts als zijn levensmotto én het devies voor zijn bedrijf Soudal. Deze maand wordt hij 82 en nog vrijwel dagelijks volgt hij nauwgezet op wat er gebeurt in de firma die hij 56 jaar geleden oprichtte. Een firma die intussen een multinational is, maar nog steeds sterk verankerd in Turnhout.
Even spurten door de tijd. In 1966 neemt de dan 26-jarige Vic Swerts een bedrijfje over aan de Antwerpse Ossenmarkt. Het is gespecialiseerd in de aanmaak van polyester reparatiepasta voor het herstellen van beschadigde carrosseriedelen. Dit bedrijf krijgt de naam Soudal, wat staat voor ‘Soudeert Alles’! In 1968 verhuist de productie van Antwerpen naar het ouderlijk tuinbouwbedrijf aan de Steenweg op Mol in Turnhout. In 1976 bouwt Soudal een nieuwe productiehal aan de Everdongenlaan.
Vandaag is de Soudal Group Europa’s grootste onafhankelijke producent van mastieken, lijmen en PU-schuimen. De groep heeft 23 productievestigingen in 5 werelddelen, verkoopkantoren in 50 verschillende landen en ruim 3.700 medewerkers wereldwijd. De hoofdzetel blijft in Turnhout, waar ook een nieuwe productiehal verrijst: Plant 5. Wanneer die klaar is, kan de productiecapaciteit in Turnhout zowat verdubbelen en komen er nog werknemers bij, bovenop de 1.100 die nu al in Turnhout voor Soudal actief zijn.
“Ik heb uw ouders nog gekend”, zegt Vic Swerts wanneer ik mij voorstel. “En uw grootvader ook. De fotograaf in de Otterstraat.” Swerts is duidelijk van Turnhout, dat is nog altijd voelbaar tussen alle indrukwekkende omzetcijfers door die binnenkomen vanuit Turkije, Korea en noem maar op. Ook al gaat ons gesprek over ondernemen over de hele wereld, regelmatig duikt een plaatselijke anekdote op. “Als misdienaar kreeg ik van de Clarissen, toen nog in de Otterstraat, een frank om een week de mis te dienen. Dat was toen ook al niks. Daarvoor kon je bij ‘Anna Van De Gatpees’ een rolletje rek kopen. Ach ja, je maakt vanalles mee.”
De misdienaar van toen draagt nu de titel van baron en heeft een bedrijf uitgebouwd dat in 2021 een omzet realiseerde van 1,114 miljard euro. Maar enkele levenslessen uit de jeugd werken nog altijd door.
Vic Swerts: Ik heb enorm goede medewerkers. Dat is heel belangrijk. Je moet wel zelf het voorbeeld geven en in het begin vergt dat moeite. Je moet dat aankweken. Maar Ik had dat van thuis uit. Ik ben de oudste van zeven kinderen. Ik moest toen ook al het voorbeeld geven, maar ik kreeg ook ‘de motten’. Het voorbeeld geven wordt op den duur gewoon een levenshouding. Anderen in ons bedrijf hebben dat ook. En stilaan word je je ervan bewust dat je een invloed hebt. Gewoon omdat je in de kijker loopt. Het is een beetje als een onderwijzer: hoe die zich ook gedraagt, hij is een figuur waaraan de leerlingen zich spiegelen. In een familie en in een bedrijf is dat net zo. Natuurlijk, die duizenden mensen die nu in het buitenland voor ons werken, hebben het maar van horen zeggen. Maar die bedrijfscultuur speelt ook daar. En dat speelt een rol. Want alleen kan je niet veel, of niks. Dus de medewerkers zijn zo cruciaal.
Wij hebben nu 3.700 werknemers. Dat is een pak, als je weet dat ik alleen begonnen ben. Ondertussen heb ik bijvoorbeeld Philips, ooit een grote werkgever in Turnhout, weten komen en gaan. Paul Janssen heb ik nog weten beginnen in de Stationsstraat. Maar Janssen Pharmaceutica is nu al lang een onderdeel van Johnson & Johnson. Ondertussen zijn wij de grootste werkgever in Turnhout. En ik was ook maar de zoon van een hovenier.
“De beslissingen worden nog altijd in Turnhout genomen. Misschien wordt dat hier in de streek niet genoeg geapprecieerd.”
Soudal is een wereldspeler geworden. Hoe sterk is de band met Turnhout nog?
Wij blijven in Turnhout. Ik ben hier gelukkig én ongelukkig geweest. Maar toch vaker gelukkig. Hier is ons hoofdkwartier, ons ‘centre of excellence’. Ook de afdeling research en development blijft in Turnhout. De nieuwe producten worden nog altijd hier ontwikkeld. En dan is er nog de nieuwe vestiging die we bouwen aan de Everdongenlaan: echt wel een investering in de toekomst. Wij blijven hier verankerd. Dat is superbelangrijk. We zijn een wereldspeler, maar de beslissingen worden nog altijd wel in Turnhout genomen. Misschien wordt dat hier in de streek niet genoeg geapprecieerd. Maar ach, moet dat? Hoe dan ook, je moet je niet bij een internationale groep aansluiten om groot te zijn.
Er hebben al geregeld mensen aan mij gevraagd: “Waarom verkoop je het niet? Je kinderen hoeven dan niet meer te werken, je kleinkinderen niet en misschien nog generaties daarna.” Maar dan denk ik: “Is dat nu de zin van het leven? Dat je kinderen niets meer moeten doen? Is dat zinvol?”
Om de zoveel maanden komt er wel een aanbod, van grote bedrijven of internationale groepen. Maar we denken er nog niet aan, want het is te plezant. Ik weet bijna zeker dat Dirk Coorevits, de huidige CEO, op zijn 65 ook niet zal zeggen: “Betaal me maar uit en nu ga ik stoppen”. Onze Marc, mijn jongste broer, komt nog bijna elke dag. Ik ook. Ik heb al wel een beetje gas teruggenomen, maar tegelijk leef ik nog mee met het bedrijf. En dat is plezant.
Komt dat dan door de liefde voor het product, of voor het ondernemen?
Voor het ondernemen. Dat gaat ook niet meer over geld. Als je begint, werk je om winst te maken. Dat is ook gewoon een noodzaak. Nu werken wij uiteraard ook nog om winst te maken. En hoe beter dat lukt, hoe plezanter het is. En hoe meer je kan verwerven, hoe beter het vooruitgaat. Dat is een sneeuwbaleffect: hoe meer je een sneeuwbal vooruit rolt, hoe groter die wordt. Tenminste, als het goed draait en als je het toch wel goed in de klauwen hebt. Want er spelen altijd allerhande factoren. De markt kan bijvoorbeeld veranderen.
Winst is belangrijk. Zonder winst kan je simpelweg niet overleven. Dat is het nadeel en tegelijk het voordeel van het kapitalisme. In een communistisch systeem betaalt de regering alles. En ook dat kan niet blijven duren als die staat geen ‘resources’ heeft.
Wij doen het graag. En we hebben de drive om het altijd beter te doen. Dat DNA zit toch verweven in de directie en in veel medewerkers. En zo zie je toch weer een voordeel van zo’n bedrijf in eigen handen te houden. Bij veel multinationals waar ze alleen aan ‘shareholders value’ doen, weet je eigenlijk niet voor wie je werkt. Dat wil niet zeggen dat ze hier voor Vic Swerts werken, he. Maar het is een familiebedrijf en dat is toch een enorm verschil. Het succes van de Belgische economie zit bij familiebedrijven. Lotus is zo’n voorbeeld. Joosen-Luyckx ook, en zo zijn er nog veel.
Het voelt vreemd om een bedrijf van deze omvang nog een familiebedrijf te noemen.
Ja, gewoonlijk denk je dan aan een bedrijf van maximum 100 of 200 werknemers. Nu is dit nog van mij alleen. Maar ik heb drie kinderen. Zij hebben ook kinderen. Dus na 3 generaties is Soudal van zo’n 50 man. Maar nog altijd is er dan de familiale connectie. BMW is trouwens ook nog altijd een familiebedrijf, Würth ook. Dus het kan. En je hebt veel beter vat op hoe je groeit. Want groeien moet, maar het mag niet te snel gaan. De organisatie moet kunnen volgen. Groeien impliceert ook dat je winst kan blijven maken. Want groeien om te groeien, dat is nefast. Eigenlijk is het niet moeilijker dan dat. (lacht)
‘Ik zou ook elke dag kunnen gaan zwemmen. Maar liever kom ik nog elke dag naar kantoor.”
Als je op die schaal bezig bent, betekenen getallen dan nog iets? Sta je tijdens overnamebesprekingen nog stil bij wat een miljoen is? Of wordt dat iets virtueels? Een cijfer met zes nullen?
In zekere zin wordt het virtueel, maar we blijven toch realist, hoor. Ik zal je wat laten zien. (neemt een dik pak papieren van zijn bureau en begint erin te lezen) Dit is het management report van vorige maand. Hier staan allemaal landen opgesomd, met het nettoresultaat van de maand erbij. Van Turkije, centraal Europa, Duitsland, Noorwegen, Australië, enzovoort. Ik zie ook wat het totaal is tot nu toe, en hoeveel het vorig jaar was. Dat volg ik dan elke dag. Ik krijg dat gewoonlijk rond half twee ‘s nachts binnen. Dat is goed, want ik moet ’s nachts al eens opstaan om naar het toilet te gaan.
Maar dat verslag komt er niet zomaar. In al die landen zijn mensen bezig met het verzamelen van de gegevens. Dat komt in ons centraal computersysteem terecht, waar ook weer mensen ermee aan de slag gaan om dat te bundelen. Zo kan ik dat wereldwijd volgen. Dat is plezant, maar ook noodzakelijk. Als je die cijfers niet hebt, kan je dat niet sturen. Ik kom nog vrijwel elke dag naar kantoor. Ik zou ook elke dag kunnen gaan zwemmen, hoor. Maar ik kom toch naar hier. Ik blijf geïnteresseerd.
U bent gestart in 1966. Ondernemen is veranderd sindsdien. Was het in 1966 makkelijker om te starten?
Dat was even moeilijk of makkelijk als nu. Ik had in het eerste jaar een omzet van een 1.200.000 frank, net geen 30.000 euro. Na 10 jaar was dat 27 miljoen frank, een kleine 670.000 euro. Dus die eerste 10 jaar stelde de firma nog niet zoveel voor. Ik verdiende amper wat. Maar dan gaat dat stilaan vooruit. En dan gaat het exponentieel.
“Doorzetten is cruciaal. Goesting of niet.”
Het begin is doorbijten?
Denken, durven, dromen, doen: dat doet iedereen. Dat vijfde is doorzetten. En dat is het cruciale. Altijd maar opnieuw, goesting of niet. Blijven volhouden. Het is net als bij de koers. Als je wil winnen: blijven trainen en blijven doordoen. Elke dag opnieuw. Niet van: “Och, deze week heb ik geen zin.” Niet goed! Niet goed!
Maar nu kijkt u toch met trots naar wat is opgebouwd?
Jawel hoor. Dat ze het maar nadoen, he. Er waren er genoeg die zegden: “Och, die Vic Swerts met zijn grote teut.” Ik hoef niemand nog iets te bewijzen. Belangrijk is dat je er zelf in blijft geloven. We halen eer van ons werk. We doen het ook goed.
Tekst: Dominic Depreeuw
Foto’s: Bart Van Der Moeren