Naar aanleiding van de ‘Week van de vrijwilliger’, van 27 februari tot 6 maart, wilden wij wel eens weten hoe het gesteld is met het vrijwilligerswerk. Niet onbelangrijk, want de vrijwilligers zijn het cement van de samenleving. Denk ze weg en alle muren van het sportieve, culturele, sociale en vrijetijdsleven vallen om. Gelukkig is dat niet aan de orde. “Natuurlijk zijn er altijd aandachtspunten, maar het gaat goed met het vrijwilligerswerk in Vlaanderen,” zeggen Tinne Peeters en Pieter Desmedt in koor.
Pieter Desmedt is een van de mensen die bij Avansa Kempen de vinger aan de pols houden inzake vrijwilligerswerk. Tinne Peeters werkt bij Eerstelijnszorg Kempenland, dat elke dag een bataljon vrijwilligers ziet opdagen in het Turnhoutse vaccinatiecentrum.
1 op 7 is vrijwilliger
“14% van de Vlamingen doet vrijwilligerswerk,” zegt Pieter Desmedt. “Dat is dus 1 op 7. Da’s best veel, en wat nog beter nieuws is: dat percentage blijft al veel jaren gelijk. De beweringen dat het vrijwilligerswerk onder druk staat, worden tegengesproken door de cijfers.” Dat is ook wat Tinne Peeters ervoer in het vaccinatiecentrum. “Toen vorig jaar het centrum openging, meldden maar liefst 2.000 mensen dat ze wilden komen helpen. Dat was zelfs veel meer dan we nodig hadden. Tot nu toe hebben we om precies te zijn 924 vrijwilligers ingezet. We vinden het nog altijd spijtig dat we duizend kandidaten hebben moeten laten gaan. Dat kwam omdat de vaccinatiecentra halsoverkop open moesten. Vrijwilligers die zich aandienden moesten dat digitaal doen om zo snel mogelijk te kunnen werken. Er was geen tijd voor persoonlijke gesprekken of individuele opvolging. Daardoor hebben veel mensen, die digitaal niet zo vaardig waren, afgehaakt. We hebben daar nog altijd hartzeer van. Het is niemands fout. Niemand treft schuld. Maar het blijft zonde dat er nog zoveel engagement verloren gegaan is.”
Pieter Desmedt: “Wat het rekruteren van vrijwilligers betreft, had het vaccinatiecentrum wel enkele grote troeven in handen. Er was een gemeenschappelijke vijand: het volk tegen corona. Het is makkelijk om je daar achter te scharen. Het was ook beperkt in tijd. Dat helpt ook als je vrijwilligers zoekt. En oké: we vechten nog altijd tegen corona. Het duurt langer dan voorzien. Maar aanvankelijk dachten we wel dat die vaccinatiecentra maar een paar maanden open zouden zijn. Niet elke vereniging die vrijwilligers zoekt, heeft dezelfde troeven.”
Kleine attenties
Tinne Peeters beaamt dat. “Maar nu alles véél langer duurt dan gehoopt, merken wij toch dat er geen terugval is. We hebben nog evenveel vrijwilligers als in het begin.”
Pieter Desmedt: “Laat zien dat je hun inzet waardeert. Zet hen eens in de bloemetjes. Probeer ook minstens eventuele onkosten te vergoeden. Zo hou je iedereen tevreden.” De mogelijkheid om een vrijwilligers-vergoeding te betalen, bestaat ook. “Onze ervaring is dat de vrijwilliger het daar niet voor doet,” zegt Pieter. “Zijn motivatie is net dat hij zichzelf verrijkt met wat hij doet, niet met wat hij krijgt.”
“Klopt,” weet Tinne. “Wij keren weliswaar de maximale vrijwilligers-vergoeding uit, maar er zijn vrijwilligers die dat weigeren. We laten wel duidelijk merken dat we hun engagement appreciëren. We hebben een muur waartegen we alle berichten en mails met complimenten en bedankjes hangen. Je hebt geen idee hoe motiverend dat werkt. Daarnaast leggen we alle helpers zoveel mogelijk in de watten. We trakteren met snoep of broodjes of koffiekoeken als er extra inzet wordt gevraagd. Het zijn die kleine attenties die het ’m doen.”
Dat het vrijwilligerswerk in een goede gezondheid verkeert, mag duidelijk zijn. Mogen we daar de overheid voor bedanken? Is er een goed vrijwilligersklimaat in Vlaanderen? “Ja, dat is er,” zegt Pieter resoluut. “Avansa wil gerust op de barricades gaan staan als dat nodig is. Maar als het goed is, zeggen we het ook. Zowel de Vlaamse als de lokale overheden weten hoe belangrijk vrijwilligerswerk is en ze handelen daar ook naar. Ze tonen hun waardering. Kijk alleen maar naar een initiatief zoals ‘De week van de vrijwilliger’, waarin al dat gratis engagement een week lang wordt bewierookt.”
Zowel de Vlaamse als de lokale overheden weten hoe belangrijk vrijwilligerswerk is, en ze handelen daar ook naar. Ze tonen hun waardering.
Leven na corona
Het is niet omdat het goed gaat dat er geen aandachtspunten zijn. “De vrijwilliger van nu is niet meer dezelfde als die van enkele decennia geleden,” zegt Pieter. “Het engagement is dikwijls korter, terwijl vroeger mensen zich soms een leven lang aan een vereniging bonden. Dat gebeurt zeker nog, maar minder. En we merken ook dat het vinden van vrijwilligers niet altijd simpel is. Waar ze zich vroeger vaker zelf kwamen aanbieden, moet je hen nu gaan zoeken. Soms letterlijk door het huis-aan-huis te gaan vragen. Dat hebben we bijvoorbeeld gedaan met Buurtwerk Stokt. Met resultaat, trouwens. Mensen die zich willen inzetten, zijn er nog altijd. Maar ze hebben soms een zetje nodig.”
Of de vrijwilliger een bepaald profiel heeft? “Bij ons niet,” zegt Tinne Peeters, “We kunnen een beroep doen op werkende mensen en gepensioneerden, op mannen en vrouwen, op mensen mét en zonder een medische kennis. Ze hebben zéker ook niet allemaal een relatie met de zorgsector. Dat vind ik trouwens mooi: veel mensen die nooit in de zorg gewerkt hebben en ook nooit in de sector zullen terechtkomen, zetten zich er wel vrijwillig voor in.”
Door corona heeft het verenigingsleven op een laag pitje gestaan, of zelfs stilgelegen, waardoor veel vrijwilligers op non-actief werden gezet. De vraag rijst of ze na de pandemie de weg naar de verenigingen wel terugvinden. “Verenigingen zijn daar inderdaad bang voor,” zegt Pieter. “Maar ik ben geen doemdenker. Het zou zomaar kunnen dat corona juist voor een positief effect heeft gezorgd. Dankzij de vaccinatiecentra heeft het vrijwilligerswerk een jaar lang in de picture gestaan. En misschien zijn mensen het thuiszitten wel beu en willen ze de handen weer uit de mouwen steken.
Tekst: Roel Sels
Foto’s: Bart Van der Moeren